[Brief aan de heer Joël Voordewind van de Partij ChristenUnie (Nederland) over de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof (ICJ), gedaan op 9 juli 2004 (in den Haag) m.b.t. Israel en de bezette gebieden] (*)
Geachte Heer,
Op 10 juli 2009 heb ik U gevraagd (via e-mail) of U en de ChristenUnie de uitspraken die het internationaal Gerechtshof op 9 juli 2004 heeft gedaan m.b.t. Israel, onderschrijft of dat de ChristenUnie deze uitspraken (net als Israël) naast zich neerlegt. Ik heb op deze door mij aan U gestelde vraag geen antwoord gekregen.
Op 9 september heb ik aan U dezelfde vraag wederom (via een e-mail) aan U gesteld. Tot op heden heeft U mijn vraag nog steeds niet beantwoord!
Ik vind dat ik (als Nederlands staatsburger ) het recht heb om deze vraag te stellen en dat U (als parlementariër) mijn vraag zou moeten beantwoorden.. Door Uw weigering om mij een eerlijk antwoord te geven, een ja of nee is al voldoende, laat U mij in het ongewisse en U vergroot hiermee de kloof tussen de burger en politiek aanzienlijk. U noopt mij nu zelf mijn conclusie te trekken. Mijn conclusie is dat u geen eerlijk antwoord durft geven omdat U de uitspraken van het Internationaal gerechtshof niet onderschrijft m.b.t. Israel.
U bent er ook van op de hoogte, neem ik aan, dat U als Nederlandse parlementariër verplicht bent om het Internationaal Recht te versterken.
Nederland heeft zich verplicht om het Internationaal Recht te versterken en daarbij is geen uitzondering voor Israel gemaakt. Ik heb als Nederlands staatburger het recht om te weten hoe U en de ChristenUnie met het Internationaal Recht omgaan en waar U in deze staat. U zou eerlijk, transparant en duidelijk moeten zijn voor de burgers, maar U heeft lak aan de burger.
Op 30 maart 2006, 12 april 2006, 27 april 2006 en 9 mei 2006 heb ik dezelfde vraag aan de heer Rouvoet gesteld. Ook van de heer Rouvoet heb ik geen enkel antwoord of reactie gekregen.
Ik voel mij als Nederlands staatsburger genegeerd en geschoffeerd en zal aan deze door de ChristenUnie gehanteerde handelswijze ruchtbaarheid gaan geven door het in de publiciteit te brengen.
Ik wil hierbij de politici, parlementariërs, aan wie ik deze mail doorstuur verzoeken om extra aandacht te geven aan de toepassing van het internationaal recht m.b.t. Israël en een extra inspanning te doen om het grote onrecht tegen te gaan. Alleen een stringente toepassing van het internationaal recht kan tot een rechtvaardige en blijvende vrede in het Midden-Oosten leiden.
Hoogachtend,
Brouwers L.W.A.J., Breda
(*) Op 9 juli 2004 deed het Internationaal Gerechtshof (ICJ), in den Haag, (kort samengevat) de volgende uitspraken:
De bezette gebieden:De Palestijnse gebieden die Israël in 1967 veroverd heeft, de Gazastrook, de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem, noemt het hof bezet gebied.
Het hof noemt verder alle Israëlische kolonies in die gebieden illegaal en een schending van de Conventies van Genève. Israël heeft altijd beweerd dat de gebieden niet bezet zijn en de kolonies niet illegaal. Die interpretatie is nu afgewezen en dat is een juridische mijlpaal zeggen specialisten.
De afscheidingsmuur:Het Hof, in Den Haag, zegt dat Israël de muur had moeten bouwen op Israëlisch grondgebied en niet op de bezette Westoever.
De constructie van de Israëlische muur op bezet Palestijns gebied en rond Oost-Jeruzalem is in strijd met het internationaal recht en Israëls internationale verplichtingen en moet zo snel mogelijk ontmanteld worden.
Palestijnse boeren moeten hun land en olijfgaarden terugkrijgen en als dat niet meer mogelijk is, gecompenseerd worden. Het hof zegt dat alle staten zijn verplicht deze situatie af te wijzen en Israël te dwingen zich te voegen naar internationaal recht.
Mijn vraag:
1) Graag zou ik van U vernemen of U en de ChristenUnie deze uitspraken gedaan door het internationaal Gerechtshof onderschrijft of dat de ChristenUnie deze uitspraken (net als Israël) naast zich neerlegt.
Israël moet de veiligheidsmuur afbreken van VNDe Verenigde Naties hebben Israël dinsdag 7 juli 2009 nogmaals opgeroepen om de 'veiligheidsmuur' op de Westelijke Jordaanoever af te breken. Daarmee moet een inmiddels al vijf jaar oude beslissing van het VN-tribunaal in Den Haag worden uitgevoerd.
Navi Pillay deed haar uitspraak ter gelegenheid van het feit dat het vijf jaar geleden is dat het Internationaal Gerechtshof in Den Haag bepaalde dat de scheidingsmuur illegaal was en een schending van de rechten van Palestijnen.
"Het leven van de mensen op de Westelijke Jordaanoever wordt gereduceerd tot een stuk papier", aldus Michael Baily van de ngo Oxfam op de persconferentie. Hij roept de internationale gemeenschap op om druk uit te oefenen op Israël.
Vijf jaar na de beslissing van het tribunaal in Den Haag heeft Israël de muur - deels beton, deels hek - nog uitgebreid met 200 kilometer. Daarmee wordt 413 kilometer van de 709 kilometer grens bestreken.
2) Mijn tweede vraag luidt dan ook: “Gaat de ChristenUnie zich nu achter de VN en het Internationaal Recht opstellen, en druk uitoefenen op Israel om de afscheidingsmuur neer te halen of blijft de ChristenUnie onvoorwaardelijk achter Israel staan?