dinsdag, mei 30, 2006

Bombardementen op Palestijnse stellingen in Libanon, wie mag zich hier 'verdedigen?'

[Reactie op "Bombardementen op Palestijnse stellingen in Libanon", DM 29/05]

De teneur van het artikel is eens te mee dat "Israël zich moet verdedigen" ("vergelding"). Dit is niet alleen het geval bij de De Morgen . Dat Palestijnen raketten afschieten op de zoveelste nederzetting, op een plaats waar zij vroeger sinds eeuwen hebben gewoond, of op Israëlische militaire doelwitten die deze toestand consolideren en verdedigen, wordt als terreur voorgesteld. Volgens internationaal recht mogen de Palestijnen zich verdedigen, omdat in geval van bezetting, de bezetter geen eigen mensen naar deze gebieden mag overbrengen en beslag leggen op eigendom. Nederzettingen zijn volstrekt illegaal, maar Israël trekt zich daar niets van aan.

Het gaat daarenboven om een volk dat met de holocaust niets te maken had, alhoewel dit argument steeds wordt bovengehaald in een discussie. Van het vroegere gebied, de 45% die de Palestijnen werd toegewezen in '47, blijft er slechts 12% over. En dan nog maakt Israël er een derde wereld gebied van. Deze gebieden en waterbronnen zijn niet aan Israël verkocht of gegeven, maar gewoon afgenomen, zeg maar gestolen.

Toch gaat men maar door met loze praat over vredesbesprekingen waarbij de Palestijnen nog maar eens toegevingen zullen moeten doen en geweld afzweren. Op het terrein zal dit leiden tot een consolidatie van het huidig grondbezit van Israël. Daarenboven zal de Palestijn zijn plan moeten trekken wanneer Israël zijn woning, leefgebied en levensonderhoud komt opeisen, met of zonder militair geweld. Hoogstens blijft er een plaatsje vrij in een vluchtelingenkamp. Israël heeft nooit opgehouden gronden te annexeren, ondanks alle "vrede" en doet dit vandaag nog steeds in hoog tempo.

Maar misschien weten jullie dit allemaal wel. Waar wachten jullie op om de klemtoon op de juiste 'verdediger,' dacht ik toch, te verleggen, of is het de Palestijn die het altijd gedaan heeft?

Beleefde groeten
Johan Van Hulle

Geen opmerkingen: