zondag, mei 06, 2007

Misplaatst optimisme over Tzipi Livni

[Reactie aan De Morgen]

Ik ben verwonderd om in De Morgen lovende woorden te lezen over Tzipi Livni, de vrouwelijke minister van Buitenlandse Zaken van Israël. U schrijft dat haar vader hoofd was van een "ondergrondse groepering". Dat is een lieve benaming voor een organisatie die door vele landen als terreurgroep aangeduid werd. Inderdaad, Irgun pleegde tegen Britten en Palestijnen verschillende aanslagen, zoals de bomaanslag op het Koning Davidhotel in Jeruzalem in 1946 met 91 doden, en het bloedbad in Deir Yassin in 1948 met 120 doden. Irgun was overduidelijk een terroristische organisatie, en Tzipi Livni is de dochter van een terrorist.

U schrijft bovendien dat Livni "gematigd" is in haar relatie tot de Palestijnen. Dat is een lieve benaming voor iemand die vindt dat de joden recht hebben op "Groot-Israël," dat is dus 100% van Palestina. Ze wil wel "wat land opgeven," zeg dat ze slechts 95% van Palestina wilt. Wat dus een aanfluiting is van de VN resolutie uit 1947 waarbij de joden 54% van het grondgebied van Palestina kregen, en een aanfluiting van de VN resoluties uit 1967,68,69,70 waarbij Israël aangemaand werd om de bezette gebieden te ontruimen. Het is voor alle buitenstaanders klaar als pompwater dat er slechts vrede kan komen als het Israëlisch leger zich terugtrekt achter de "groene lijn", de bestandslijn van vóór 1967. Het is duidelijk dat Livni daar absoluut niet toe bereid is, en daarmee is dan ook gezegd dat er met Livni absoluut geen kans is voor vrede in het Midden-Oosten. Ik deel dan ook geenszins het optimisme dat uit uw artikel blijkt.

Pol Van den plas, Gent

Geen opmerkingen: